Een wild vreemd
iemand brengt, ongevraagd en met veel drama, 's avonds laat hevige
emoties over aan iemand die hij of zij verder nauwelijks kent en die
zijn eigen sores heeft.
Een schizofrene broer, die gedwongen in een zaal moet slapen, vanwege de vorst en zijn lekkende tent. Een verwarde moeder, die niet uit haar eigen verhaal kan geraken.
Een druk op de muis en de emailboodschap is weg, verzonden naar Ed Eppelin.
Ed Eppelin verroert
zich niet, blijft rustig en beleefd lezen, en geeft alle antwoorden op
diepzinnige vragen. De mens ergert zich aan een ander, vanwege eigen
verlangens, het meest kenmerkende van aandacht is, dat je het eigenlijk
niet nodig hebt, zodra je het kunt geven.
De wereld is
overzichtelijk, Ed Eppelin heeft geen verlangens. Het enige bezit dat
hij koestert is een roeiboot. Een roeiboot die hij heeft gekocht, met
het geld, dat hij spaarde met een krantenwijk.
Zijn eigen roeiboot,
ligt trots aan de kade. De plek aan het water waar hij vanavond naar
toe loopt. Ieder mens is uniek, en plukt wijsheid vooral uit eigen
ervaring, Ed Eppelin heeft ervaring met roeien. Ed
Eppelin heeft al eerder kennisgemaakt met ongevraagde e-mail en
postberichten van mensen die hij verder niet kent of wil leren kennen.
Mensen die assertiviteit en agressie verwarren, en doorgaans slechts
vooroordelen spuien, die aan hem, gezien zijn levensstijl verder niet
besteed zijn en waar hij verder geen notie aan heeft. Omdat hij het
aanstellerij vind, met het moraal te koop lopen, om aan status te
winnen, zonder er zelf maar iets tegenover te zetten. Ed
Eppelin hoeft ook niet lief te zijn, laat dat lieve maar weg voor zijn
naam, hij is hier niet voor de stroop op de mond, of de
irrationaliteit van zweverige mensen, die de werkelijkheid niet van
fictie kunnen onderscheiden. Dromen niet van bedrog, waarheid niet van
toeval. Erotiek niet van de zondeval, het ego niet van de ziel.
Ed Eppelin heeft
zijn eigen sores en moet het maar alleen zien te redden. Ed Eppelin
doet dat met de riemen die hij zichzelf tot dan toe heeft aangemeten,
zoals een zeerover een gehaakt vest. Hij is op weg in zijn roeiboot
naar een vogeleiland, het gevleugelde eiland van de gezonde ziel. Het
gezonde eiland waar hij zich zonder betutteling kan vermaken. Manipulatie
is niet aan zijn mannenziel besteed, achterlijke religieuze
denkbeelden evenmin. Alle vooruitgang wordt in de kiem gesmoord door
denkbeelden die onveranderd woekeren, maar Ed Eppelin steekt zijn
mannenkop in de wind.
Als hier geen enkele
discussie mogelijk is, dan maar lezen en je kop houden, zodat de
schapen weer rustig kunnen grazen in een overzichtelijke weide, zonder
boze wolven, die zonder liefde zijn geschapen. En het leven liever in
kleuren zien.
Die zonder liefde
zijn opgegroeid, en die zonder liefde zullen doodgaan, omdat ze niet in
God geloven, zo gaan alle geruchten. De tamme, burgerlijke zuchten.
Niemand weet meer
werkelijk wie ze zijn, maar we moeten een dam opwerpen. Er mag niemand
meer ontsnappen, alles onderwerpen aan kritiekloze middelmatigheid,
omdat smaak de kwaliteit garandeert en iemand die geen smaak heeft is
verwerpelijk, niet vriendelijk, ongepast brutaal. Wat denken ze wel?
(vraagteken) Wat denken ze wel? (uitroepteken) Wat denkt hij wel.
(uitroepteken.)
Er moet
ergens nog liefde zijn. Zijn roeiboot vaart op volle zee. De schuimende
golven slaan tegen de houten zijkant van de boot. De boot komt schuin
te liggen, maar valt dan weer goed tussen de golven. Het is hard werken
om de boot op koers te houden. Alle spierkracht in zijn armen,
schouders moet hij aanwenden om dit afschuwelijke avontuur te
overleven. In de verte ziet
Ed Eppelin een vogeleiland. Met alle spierkracht in zijn mannenlijf rukt
hij aan de roeispanen om het vogeleiland te bereiken. Het gaat
moeizaam, de worsteling met de golven en de wind, hij is doorweekt van
het overslaande zeewater, maar het gaat hem lukken. Langzaam beweegt de
roeiboot op de schuimende golven richting het eiland van de gezonde
ziel. Nog even door zetten met al zijn kracht. Daar
is het strand. Er moet toch nog ergens ware liefde zijn. Hij springt
uit de roeiboot met zijn benen in het water en trekt de houten boot op
het strand. Hij loopt het eiland op en komt in een prachtig bos.
Ed Eppelin ruikt de
geur van gevallen herfstblad, en besluit dan toch die brief te
schrijven. Hij maakt zijn rugzak open en haalt het grijze schrift te
voorschijn en begint eindelijk met het schrijven van een brief aan
James Absurdy, de schrijver van de misdaadroman Joop, die hij ooit in
een ruk uitlas, zomaar gedreven door het leven.
© december 2010, mobar
|
Heel mooi weergegeven